
“Mam”
“Wat is er Mo?”
“Ik ben weg, ik ga Sabri ophalen om te spelen!”
“Dat is prima,” zegt mama Mira. “Maar je weet het hè, niet verder dan de vijf dikke bomen op de grens van het Imeldawoud.”
Het Imeldawoud is zo groot dat twee kleine aapjes daar makkelijk in zouden kunnen verdwalen.
Mo en Sabri slingeren van tak naar tak.
“Pak me dan,” roept Mo.
Soms grijpen ze bijna mis. Slingeren moet je oefenen. Gelukkig gaat het steeds net goed. Maar ineens is Mo weg.
“Mo, waar ben je?”, roept Sabri.
Sabri klimt in bomen, zoekt in holletjes, maar Mo is nergens te zien. Achter een grote struik zit Mo te gniffelen om z’n vriend. Ondertussen zoekt Sabri verder.
Ongemerkt staat hij ineens in het dorp. Mo heeft het gezien. Hij is gauw achter zijn vriend aangerend.
“Saab, ik zat daar! We zijn voorbij de vijf bomen. Dat mag niet!”

De vrienden kijken om zich heen. Ze horen muziek. Uit een gebouw vlakbij komen kinderstemmen. Mo en Sabri kijken naar binnen. Ze zien kinderen die tekenen en een groep kinderen zingt. Sommige kinderen lezen en anderen schrijven cijfers op een bord.
“Wooh”, zegt Mo. “Dat ziet er goed uit Saab. Ik zou ook wel zo mooi willen zingen en tekenen.”
“En uitrekenen hoeveel bananen we nog mogen opeten”, lacht Sabri.
“Zullen we dit thuis gaan vertellen?”
Snel klimmen de aapjes een boom in. Ze slingeren langs de vijf dikke bomen terug naar huis met een prachtverhaal.

Thuis vertelt Mo alles aan zijn moeder en zusje.
Mama luistert goed.
“Dat is een mooi verhaal Mo, al zou ik eigenlijk boos op je moeten zijn omdat je niet goed geluisterd hebt”, zegt mama.
“Je weet toch, nooit verder dan de vijf bomen! Wat jij gezien hebt is een school. Dat is een plek waar je dingen kunt leren die je heel goed kunt gebruiken in je leven. Lezen, taal en rekenen, maar ook zelfvertrouwen. En steeds beter worden in de dingen die je doet. Misschien is het een goed idee om jullie ook naar school te sturen. Dan kunnen jullie in elk geval beter leren luisteren!”
Mama klimt uit het nest naar beneden en blijft de hele middag weg. Als ze thuiskomt gaan ze meteen eten en vertelt mama haar plan.
“Morgen begint het jongens. Dan bouwen we met alle dieren uit het Imeldawoud een school voor jullie. Iedereen mag meehelpen. Dus snel naar bed, dan zijn jullie morgen lekker fris en kunnen jullie goed helpen sjouwen.”
Mama geeft Mo en Nilu een dikke kus en binnen een paar minuutjes hoort ze alleen nog maar een heel zacht gesnurk.

Verbetercultuur
Mama klimt uit het nest naar beneden en blijft de hele middag weg. Als ze thuiskomt gaan ze meteen eten en vertelt mama haar plan.
“Morgen begint het jongens. Dan bouwen we met alle dieren uit het Imeldawoud een school voor jullie. Iedereen mag meehelpen. Dus snel naar bed, dan zijn jullie morgen lekker fris en kunnen jullie goed helpen sjouwen.”
Mama geeft Mo en Nilu een dikke kus en binnen een paar minuutjes hoort ze alleen nog maar een heel zacht gesnurk.
Vraag voor kinderen uit groep 1/2/3/4/5:
Heb jij ook wel eens iets gemaakt dat helemaal nieuw was? Misschien samen met je papa of mama. Of op school met elkaar en met de juf of meester?
Vraag voor kinderen uit groep 6/7/8:
Wat heb je samen met je klas gemaakt? En wat moest je daar goed voor kunnen? Moest je goed kunnen nadenken, of juist heel handig zijn? Of misschien lukte het project alleen als je het samen deed en heel goed naar elkaar luisterde?